ECLI:NL:CRVB:2009:BJ3488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en geschiktheid van functies in het kader van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van de WAO-uitkering van betrokkene. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene herzag van 55-65% naar 35-45%, op een toereikende grondslag was gebaseerd. De rechtbank had eerder het besluit vernietigd, omdat zij vond dat de motivering van het belastingaspect in functiebestandcode (fbc) 111174 onvoldoende was. De Raad stelde echter vast dat de toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige voldeed aan de eisen van inzichtelijkheid, verifieerbaarheid en toetsbaarheid, en dat de functies die aan betrokkene waren voorgehouden medisch geschikt waren.
De Raad verwees naar eerdere rapporten van de arbeidsdeskundige, waaruit bleek dat het handelingstempo van betrokkene door de verzekeringsarts als beperkt werd beschouwd, en dat de functie in kwestie geen hoog handelingstempo vereiste. De Raad concludeerde dat, zelfs als fbc 111174 niet kon worden gebruikt, er voldoende andere functies waren om de schatting van de arbeidsongeschiktheid op te baseren. De rechtbank had niet beoordeeld of de overige functies medisch geschikt waren, maar de Raad deed dit alsnog en kwam tot de conclusie dat alle voorgehouden functies geschikt waren voor betrokkene.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken.