ECLI:NL:CRVB:2009:BK3873
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- K. Zeilemaker
- K. Moaddine
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van eerdere uitspraak inzake ambtenarenrecht
In deze zaak hebben verzoekers, [Verzoeker] en [Verzoekster], een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 maart 2008. De verzoekers waren betrokken bij een geschil met de Minister van Buitenlandse Zaken. De Raad had zich in de eerdere uitspraak onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de hoger beroepen van verzoekers tegen uitspraken van de rechtbank Breda. De Raad oordeelde dat de vaders van verzoekers ten tijde van het geschil geen militair ambtenaar waren in de zin van de Militaire Ambtenarenwet 1931, en dat de bestreden besluiten geen betrekking hadden op aanspraken van ambtenaren of gewezen ambtenaren.
Tijdens de zitting op 1 oktober 2009 heeft de minister niet gereageerd, terwijl verzoekers zich lieten vertegenwoordigen door [naam A.C.N.]. De Raad heeft de verzoeken om herziening beoordeeld aan de hand van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat herziening alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak niet bekend waren en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
De Raad heeft vastgesteld dat de verzoekers deels eerder aangevoerde en deels nieuwe argumenten hebben ingebracht, maar oordeelt dat deze argumenten geen nieuwe feiten of omstandigheden betreffen die niet eerder bekend waren. De Raad benadrukt dat het middel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. Uiteindelijk heeft de Raad de verzoeken om herziening afgewezen, zonder termen aanwezig te achten voor proceskostenvergoeding.