ECLI:NL:CRVB:2009:BK5969
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA-uitkering) en berekening van het dagloon
In deze zaak gaat het om de toekenning van een loongerelateerde werkhervattingsuitkering (WGA-uitkering) aan de erven van een betrokkene die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de berekening van het dagloon, dat is vastgesteld op € 128,26. De Raad oordeelt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) bij de berekening van het dagloon de belaste waarde van de vakantiebonnen correct heeft meegenomen, conform artikel 13, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en artikel 2, eerste lid, van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen. De Raad stelt vast dat het Uwv terecht is uitgegaan van het loon dat in het refertejaar daadwerkelijk is genoten en dat de perioden waarin in verband met vakantie geen of minder loon is betaald, geen aanleiding geven om van een ander loonbedrag uit te gaan. De Raad wijst het verzoek om schadevergoeding af en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep tegen het besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. De Raad concludeert dat er geen grond is voor een veroordeling in de proceskosten.