ECLI:NL:CRVB:2010:BN1688

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/3716 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.W. Schuttel
  • A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 26 mei 2009. Appellant, vertegenwoordigd door mr. I. Alderlieste, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over zijn arbeidsongeschiktheid. In de gewijzigde beslissing op bezwaar van 9 maart 2010 werd appellant per 27 mei 2008 ongewijzigd voor 80-100% arbeidsongeschikt beschouwd.

Op 15 maart 2010 heeft de gemachtigde van appellant de Raad geïnformeerd dat appellant zich kan vinden in de nieuwe beslissing en verzocht om uitspraak te doen met inachtneming van deze beslissing. Vervolgens heeft de gemachtigde op 24 maart 2010 laten weten dat er geen verzoek om vergoeding van proceskosten zal worden ingediend.

De Raad heeft, met toestemming van partijen, besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten. Gelet op de brief van 15 maart 2010 heeft de Raad geoordeeld dat appellant geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Tevens werd bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van in totaal € 149,- dient te vergoeden.

Uitspraak

09/3716 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 26 mei 2009, 08/4729 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 16 juli 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. I. Alderlieste, advocaat te Rotterdam, hoger beroep ingesteld.
Desgevraagd heeft het Uwv bij brief van 8 maart 2010 vragen van de Raad beantwoord en meegedeeld dat een gewijzigde beslissing op bezwaar wordt afgegeven. In de gewijzigde beslissing op bezwaar van 9 maart 2010 wordt appellant per 27 mei 2008 ongewijzigd voor 80-100% arbeidsongeschikt beschouwd.
Bij brief van 15 maart 2010 heeft de gemachtigde van appellant de Raad bericht dat appellant zich kan vinden in de nieuwe beslissing en daarbij de Raad verzocht uitspraak te doen met inachtneming van de nadere beslissing van 9 maart 2010.
Bij schrijven van 24 maart 2010 heeft de gemachtigde van appellant de Raad laten weten dat een verzoek om vergoeding van de proceskosten niet zal worden ingediend.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
II. OVERWEGINGEN
Gelet op de brief van 15 maart 2010 van de gemachtigde van appellant moet worden geoordeeld dat appellant geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, zodat dit niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Gezien de brief van 24 maart 2010 van de gemachtigde van appellant bestaat geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
Bepaalt dat het Uwv aan appellant het door hem betaalde griffierecht in beroep en in hoger beroep van in totaal € 149,- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door J.W. Schuttel, in tegenwoordigheid van A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2010.
(get.) J.W. Schuttel.
(get.) A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen.
RK