ECLI:NL:CRVB:2010:BO5430
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoeker, wonende in Marokko, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 16 juli 2004, waarin het hoger beroep wegens overschrijding van de beroepstermijn kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard. Het verzoek om herziening is aan de orde gesteld tijdens de zitting van de Raad op 5 november 2010, waarbij verzoeker niet aanwezig was en de Sociale verzekeringsbank (Svb) zich niet liet vertegenwoordigen.
De Raad heeft vastgesteld dat het verzoekschrift niet de benodigde gronden bevatte waarop het verzoek om herziening berustte. Verzoeker is meerdere keren in de gelegenheid gesteld om deze gronden in te dienen, maar heeft hierop niet gereageerd. De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die bepalen dat een verzoekschrift ten minste de gronden van het beroep moet bevatten en dat bij het niet voldoen aan deze vereisten het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep besloten het verzoek om herziening niet-ontvankelijk te verklaren, omdat verzoeker niet heeft voldaan aan de gestelde eisen en geen omstandigheden heeft aangevoerd die een andere beslissing rechtvaardigen. De uitspraak is gedaan door H.J. Simon, in aanwezigheid van griffier R.L. Rijnen, en is openbaar uitgesproken op 26 november 2010.