[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 18 augustus 2008, 07/8733 (hierna: aangevallen uitspraak),
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage (hierna: College)
Datum uitspraak: 21 december 2010
Namens appellante heeft mr. M.A.R. Schuckink Kool, advocaat te ’s-Gravenhage, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, gevoegd met de zaak 09/6600 WWB, plaatsgevonden op 9 november 2010. Voor appellante is verschenen mr. Schuckink Kool. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. K.H. van Bolhuis, werkzaam bij de gemeente ’s-Gravenhage. Na sluiting van het onderzoek ter ziting zijn de gevoegde zaken weer gesplitst. In deze zaak wordt heden afzonderlijk uitspraak gedaan.
1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Appellante ontvangt sinds juni 2000 een pensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet naar de norm voor een alleenstaande. Zij verblijft vanaf 2002 feitelijk in de gemeente ’s-Gravenhage. Aanvankelijk verbleef zij in het opvangtehuis Kessler en vanaf 3 oktober 2005 stond zij als dakloze ingeschreven op het adres van het daklozenloket aan de [adres 1]. Vanaf 30 november 2006 stond zij, samen met haar zoon, ingeschreven aan de [adres 2] te [naam gemeente]. Op 27 maart 2007 heeft appellante bij het College bijzondere bijstand aangevraagd voor de transportkosten van haar in [naam gemeente] opgeslagen inboedel alsmede voor de kosten van opslag van deze inboedel.
1.2. Bij besluit van 28 augustus 2007 heeft het College de aanvraag afgewezen. Daaraan is ten grondslag gelegd dat wegens onvoldoende inlichtingen het recht op bijstand niet is vast te stellen. Het door appellante tegen dit besluit gemaakte bezwaar is door het College bij besluit van 5 november 2007 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak, voor zover hier van belang, heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het besluit van 5 november 2007 ongegrond verklaard. De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken dat appellante transportkosten heeft gemaakt, zodat geen sprake is van kosten in de zin van artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB).
3. Appellante heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd, voor zover deze ziet op de afwijzing van bijzondere bijstand voor transportkosten van de inboedel. Zij heeft, samengevat, aangevoerd dat de afwijzing op de grond dat de transportkosten zich nog niet hebben voorgedaan, zich niet verdraagt met het beleid van de gemeente dat de aanvraag moet worden gedaan voordat kosten zijn gemaakt. Daarnaast heeft zij verzocht om vergoeding van door haar genoemde gevolgschade wegens het niet toekennen van bijzondere bijstand voor transportkosten.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. De Raad stelt eerst - ambtshalve - vast dat de rechtbank haar oordeel over de afwijzing van bijzondere bijstand voor transportkosten niet heeft gebaseerd op een door het College aan het besluit van 5 november 2007 ten grondslag gelegde grond. Naar vaste rechtspraak van de Raad verdraagt het zich niet met de in artikel 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) neergelegde afbakening van de omvang van het geding dat de bestuursrechter in het kader van de toetsing van het beroep van het bestreden besluit de grondslag van dat besluit uitbreidt. Voor zover de rechtbank mocht hebben beoogd aldus toepassing te geven aan artikel 8:69, tweede lid, van de Awb, wijst de Raad erop dat deze bepaling uitsluitend ziet op het ambtshalve aanvullen van rechtsgronden en niet op (de motivering van) het in beroep bestreden besluit. De Raad ziet, mede gelet op het gegeven dat artikel 8:69, eerste lid, van de Awb van openbare orde is, reeds in het voorgaande aanleiding de aangevallen uitspraak te vernietigen.
4.2. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Raad het besluit van 5 november 2007 beoordelen.
4.3. Het College heeft aan het besluit van 5 november 2007, voor zover dat ziet op de transportkosten, ten grondslag gelegd dat appellante het College onvoldoende informatie heeft verschaft om het College te kunnen overtuigen van de noodzaak van bijzondere bijstand en voorts dat verhuiskosten op grond van interne richtlijnen van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten voor rekening van de gemeente van vertrek dienen te komen.
4.4. De Raad is met het College van oordeel dat appellante onvoldoende informatie heeft verschaft over de aard en omvang van de inboedel, aan wie deze inboedel toebehoort en naar welk adres deze inboedel getransporteerd diende te worden, zodat de noodzaak van de kosten niet is vast te stellen. De Raad acht in dat verband mede van belang dat appellante naar eigen zeggen ten tijde van de aanvraag niet beschikte over eigen woonruimte om haar beweerdelijke inboedel naar toe te transporteren. De Raad is, anders dan appellante, van oordeel dat het, nu het hier een aanvraag om bijzondere bijstand betreft, op haar weg lag om ter zake toereikende inlichtingen te verschaffen. Omdat appellante dat niet heeft gedaan, heeft het College reeds om die reden kunnen besluiten tot afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand voor transportkosten.
4.5. Gelet op het voorgaande zal de Raad het beroep tegen het besluit van 5 november 2007 ongegrond verklaren.
4.6. Voor een veroordeling tot schadevergoeding is, gelet op het voorgaande, geen ruimte. Het verzoek daartoe van appellante dient daarom te worden afgewezen.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep;
Vernietigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
Verklaart het beroep tegen het besluit van 5 november 2007 ongegrond;
Bepaalt dat het College aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van € 146,-- vergoedt;
Wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door R.H.M. Roelofs, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 december 2010.