ECLI:NL:CRVB:2012:BV6100
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en kostenvergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die door het Uwv per 18 maart 2008 ongewijzigd volledig arbeidsongeschikt wordt geacht. De Raad oordeelt dat appellante geen belang meer heeft bij een oordeel over de vaststelling van haar medische belastbaarheid, aangezien haar uitkering ongewijzigd wordt voortgezet naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Dit betekent dat de beoordeling van de medische belastbaarheid voor appellante geen feitelijke betekenis meer heeft.
Desondanks heeft appellante wel belang bij het hoger beroep voor zover het gaat om de kosten van bezwaar die niet volledig zijn vergoed. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten in bezwaar, beroep en hoger beroep in totaal € 2.917,45 bedragen, en heeft geoordeeld dat het Uwv deze kosten moet vergoeden. De uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 20 november 2009, waartegen het hoger beroep was ingesteld, is vernietigd. De Raad heeft het beroep tegen het besluit van 10 juli 2008 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd, evenals het besluit van 25 november 2011 voor zover het betreft de niet-vergoede kosten van medische en arbeidskundige bijstand.
De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen dat appellante geen zelfstandig belang heeft bij de beoordeling van haar hoger beroep met betrekking tot de medische belastbaarheid, maar wel bij de kostenvergoeding. De gemachtigden van beide partijen waren ter zitting aanwezig en hebben ingestemd met de vastgestelde kosten.