ECLI:NL:CRVB:2012:BW8113
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na nieuwe beslissing op bezwaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.L.G.M. van Gemert, had hoger beroep ingesteld tegen besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Raad had eerder, op 25 januari 2012, het Uwv opgedragen om een gebrek in de bestreden besluiten te herstellen. Op 7 maart 2012 heeft het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar genomen. Appellant heeft vervolgens aangegeven zich met deze nieuwe beslissing te kunnen verenigen en verzocht om vergoeding van de gemaakte kosten.
Aangezien er tussen partijen geen inhoudelijk geschil meer bestond, heeft de Raad geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De Raad heeft daarbij ook overwogen dat appellant geen verzoek om vergoeding van bezwaarkosten had gedaan tijdens de bezwaarprocedure, waardoor deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen.
De uitspraak is gedaan door Ch. van Voorst, in tegenwoordigheid van A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen als griffier. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.518,-- voor verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep, en heeft bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van in totaal € 735,-- vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 juni 2012.