ECLI:NL:CRVB:2012:BY1341

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-3385 INBURG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • G.M.T. Berkel-Kikkert
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in hoger beroep inzake inburgering

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. F. Wassenaar, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. Het college van burgemeester en wethouders van Delft had op 19 april 2012 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen met betrekking tot de inburgering van appellante. Bij brief van 21 juni 2012 trok mr. Wassenaar het hoger beroep in en verzocht het college om veroordeling in de proceskosten. Het college diende een verweerschrift in op 27 juli 2012. De Centrale Raad van Beroep heeft besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

De Raad overweegt dat volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een proceskostenveroordeling alleen mogelijk is als het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval is de herziening van het besluit van 16 november 2010, dat betrekking heeft op de inburgering van appellante, het gevolg van de handelwijze van appellante zelf, die inmiddels het Nederlanderschap heeft verkregen via de optieprocedure. Aangezien er geen sprake is van tegemoetkomen in de zin van de Awb, is er geen grond voor een proceskostenveroordeling.

De Centrale Raad van Beroep wijst daarom het verzoek om proceskostenveroordeling af. Deze uitspraak is gedaan door G.M.T. Berkel-Kikkert, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2012.

Uitspraak

11/3385 INBURG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 27 april 2011, 10/9175 (aangevallen uitspraak).
Partijen:
[A. te B.] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Delft (college)
Datum uitspraak: 24 oktober 2012
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. F. Wassenaar hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Het college heeft op 19 april 2012 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 21 juni 2012 heeft mr. Wassenaar namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het college te veroordelen in de proceskosten.
Het college heeft bij brief van 27 juli 2012 gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
OVERWEGINGEN
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Het college heeft meegedeeld dat het besluit van 16 november 2010 met betrekking tot de inburgering van appellante bij besluit van 19 april 2012 is herzien, omdat zij inmiddels via de zogeheten optieprocedure het Nederlanderschap heeft verkregen. Dit is niet door appellante weersproken, zodat de Raad van de juistheid van deze mededeling uitgaat. Nu de herziening van het besluit van 16 november 2010 zijn grond vindt in de handelwijze van appellante, is er geen sprake van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Awb Er is daarom geen grond voor een proceskostenveroordeling.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door G.M.T. Berkel-Kikkert, in tegenwoordigheid van P.N. Rijnsewijn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2012.
(getekend) G.M.T. Berkel-Kikkert
(getekend) P.N. Rijnsewijn ew