ECLI:NL:CRVB:2012:BY3925

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/4538 ZVW + 12/4539 ZVW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • G.M.T. Berkel-Kikkert
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht

In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 november 2012 uitspraak gedaan in de zaken 12/4538 ZVW en 12/4539 ZVW. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van appellant, omdat het griffierecht van € 115,-- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant is meerdere keren gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, zowel per brief als per aangetekende post. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet tijdig is voldaan en dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor heeft de Raad het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek te doen. De uitspraak is gedaan door G.M.T. Berkel-Kikkert, in tegenwoordigheid van griffier E.R. Flore, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.

Uitspraak

12/4538 ZVW, 12/4539 ZVW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 mei 2012, 11/1627 en 11/1628 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (appellant)
de Raad van bestuur van het College voor Zorgverzekeringen (CZ)
Datum uitspraak: 21 november 2012
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
OVERWEGINGEN
In artikel 22 van de Beroepswet is bepaald dat van de indiener van het beroepschrift een griffierecht wordt geheven.
Bij brief van 17 augustus 2012 is appellant erop gewezen dat een griffierecht van € 115,-- is verschuldigd, en is medegedeeld dat het volledige verschuldigde bedrag uiterlijk 28 dagen na de dag van verzending van de brief op de bankrekening van de Centrale Raad van Beroep moet zijn bijgeschreven.
Bij aangetekende brief van 18 september 2012 is appellant nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en is medegedeeld dat het verschuldigde bedrag binnen 28 dagen na dagtekening dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de Centrale Raad van Beroep dan wel ter griffie dient te zijn gestort. Daarbij is erop gewezen dat als het griffierecht niet tijdig betaald is, appellant er rekening mee moet houden dat het (hoger) beroep niet inhoudelijk behandeld zal worden.
De Raad stelt vast dat het griffierecht niet binnen de termijn is betaald.
Nu op grond van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest, acht de Raad het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door G.M.T. Berkel-Kikkert, in tegenwoordigheid van E.R. Flore als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 november 2012.
(getekend) G.M.T. Berkel-Kikkert
(getekend) E.R. Flore
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.