ECLI:NL:CRVB:2012:BY6211
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had op 22 december 2011 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen. Vervolgens heeft de appellant op 17 april 2012 het hoger beroep ingetrokken. De Raad heeft in deze uitspraak de intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan behandeld en de proceskostenveroordeling aan de orde gesteld.
De Raad heeft vastgesteld dat, conform artikel 21a van de Beroepswet, in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten. In dit geval heeft de betrokkene, vertegenwoordigd door mr. W.J.A. Vis, verzocht om veroordeling van de appellant in de proceskosten. De Raad heeft geconstateerd dat de appellant de kosten van bezwaar en beroep reeds heeft vergoed, en dat de proceskosten in hoger beroep ter beoordeling stonden.
De Raad heeft besloten om de appellant te veroordelen in de kosten die de betrokkene redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep. De proceskosten zijn begroot op € 874,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T. Hoogenboom en griffier P.N. Rijnsewijn.