Uitspraak
OVERWEGINGEN
- tijdelijk - een ander adres als postadres moet worden gebruikt omdat men - tijdelijk - elders verblijft. Appellant heeft dit nagelaten.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot zijn Wajong-uitkering. Appellant, geboren in 1964, had op 25 oktober 2009 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, welke door het Uwv op 17 februari 2010 werd goedgekeurd met ingang van 1 november 2008. Echter, op 14 april 2010 maakte appellant bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De bezwaartermijn eindigde op 1 april 2010, maar appellant had zijn bezwaar pas na deze datum ingediend, wat het Uwv niet als verschoonbaar beschouwde.
De rechtbank 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, waarbij werd overwogen dat het Uwv het besluit op de juiste wijze had bekendgemaakt. Appellant had tijdens zijn detentie en psychiatrische opnames niet tijdig bezwaar gemaakt, en de rechtbank oordeelde dat hij zelf verantwoordelijk was voor het tijdig ontvangen van post.
In hoger beroep voerde appellant aan dat hij lijdt aan een autistische stoornis en daardoor niet in staat was zijn belangen te behartigen. Het Uwv betwistte dit en stelde dat appellant, ondanks zijn stoornis, in staat was om maatregelen te treffen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv het primaire besluit terecht naar het huisadres van appellant had verzonden en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat appellant niet had voldaan aan zijn verplichting om het Uwv te informeren over zijn detentie en dat hij na zijn vrijlating snel actie had ondernomen.