ECLI:NL:CRVB:2013:1245
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Overschrijding van de redelijke termijn in de rechterlijke fase en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de rechterlijke fase. De verzoeker had eerder een verzoek om schadevergoeding ingediend bij de rechtbank Groningen, maar deze had daar ten onrechte geen beslissing over genomen. De Raad oordeelde dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn van twee jaar en vijf maanden, waarvoor geen rechtvaardiging was gevonden. De Staat der Nederlanden had bij de berekening van de overschrijding ten onrechte de fase van hoger beroep meegerekend. De Raad heeft de overschrijding vastgesteld op basis van de totale duur van de procedure vanaf het indienen van het beroepschrift tot de uitspraak van de Raad in hoger beroep. De Raad heeft de Staat veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 2.500,- aan de verzoeker, en heeft daarnaast een aanvullend bedrag van € 500,- toegekend voor de duur van de schadeprocedure van ongeveer vijftien maanden. De totale schadevergoeding komt daarmee uit op € 3.000,-. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in rechtsprocedures en de verplichting van de Staat om schadevergoeding te bieden bij overschrijding.