ECLI:NL:CRVB:2013:1293
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens studie en werkweigering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant, die samen met zijn echtgenote bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn bijstandsuitkering zien verlagen met 40% gedurende één maand. Dit was het gevolg van het feit dat hij werk had geweigerd bij TNT Post en niet naar vermogen had gesolliciteerd. De Raad heeft vastgesteld dat appellant, ondanks herhaalde waarschuwingen, zijn studie aan de TU Delft had voortgezet en daardoor niet volledig beschikbaar was voor de arbeidsmarkt. De Raad oordeelde dat appellant niet voldoende had aangetoond dat hij zich had ingespannen om werk te vinden en dat zijn gedrag als verwijtbaar moest worden gekwalificeerd. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van de opgelegde maatregel af te zien en dat de opgelegde verlaging van de bijstand terecht was.