Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De appellante, die sinds 2002 bijstand ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), had zich in november 2010 aangemeld voor een re-integratietraject. Tijdens dit traject heeft zij herhaaldelijk waarschuwingen ontvangen vanwege het niet regelen van kinderopvang en het niet eerlijk communiceren hierover. Na een ziekmelding op 21 maart 2011 heeft de betrokken instantie, [S.], appellante een derde waarschuwing gegeven en het traject beëindigd omdat zij de verzuimregels niet had nageleefd.
Het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat heeft vervolgens de bijstand van appellante met 100% verlaagd voor de duur van één maand, omdat zij onvoldoende gebruik had gemaakt van de aangeboden voorzieningen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de verzuimregels onredelijk zijn en dat haar ziekte de oorzaak was van het niet naleven van deze regels.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante de verzuimregels niet heeft nageleefd en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door ziekte niet in staat was om deze regels te volgen. De Raad oordeelde dat de opgelegde verlaging van de bijstand in overeenstemming was met de geldende verordening en dat er geen aanleiding was om de verlaging te matigen. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept de verplichtingen van bijstandsontvangers om zich aan de verzuimregels te houden.