ECLI:NL:CRVB:2013:1689
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoeding voor inzet van teamtolken in het kader van een verdiepingscursus voor examencommissie Gebaren, Taal & Dovenstudies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Groningen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. drs. N. Roovers, had hoger beroep ingesteld tegen het niet-ontvankelijk verklaren van zijn beroep door de rechtbank, die oordeelde dat er geen procesbelang was. De zaak betreft de toekenning van een vergoeding voor de inzet van teamtolken voor een verdiepingscursus voor leden van de examencommissie Gebaren, Taal & Dovenstudies. Het Uwv had aanvankelijk de vergoeding geweigerd, maar kwam later terug op deze beslissing en kende alsnog de vergoeding toe, wat leidde tot de vraag of de appellant nog procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit.
De Raad overwoog dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroep van appellant niet-ontvankelijk was, omdat de toekenning van de vergoeding in het bestreden besluit voldeed aan de bezwaren van appellant. De Raad benadrukte dat een louter principieel belang niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang. Appellant had weliswaar bezwaren tegen de motivering van het bestreden besluit, maar de Raad oordeelde dat de toekenning van de vergoeding voldeed aan de eisen en dat er geen hogere vergoeding kon worden toegewezen dan reeds was toegekend. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder een beroep ontvankelijk kan worden verklaard. De Raad concludeerde dat appellant zijn bezwaren in toekomstige procedures kan aanvoeren, mocht het Uwv besluiten om toekomstige aanvragen voor vergoeding van teamtolken af te wijzen.