ECLI:NL:CRVB:2013:1731
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om maatschappelijke opvang voor uitgeprocedeerde asielzoeker
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 september 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een uitgeprocedeerde asielzoeker. De verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor maatschappelijke opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet werk en bijstand (WWB). De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van verzoeker tegen het niet tijdig beslissen en tegen de afwijzing van zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen de afwijzing van bijstand ongegrond verklaard. Verzoeker stelde dat hij recht had op maatschappelijke opvang, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen geobjectiveerde noodzaak was voor het college om verzoeker opvang te bieden. Verzoeker had eerder opvang genoten op de Vrijheidsbeperkende locatie (VBL) te Ter Apel, maar was daar uit eigen beweging vertrokken. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker, gezien zijn verblijfsstatus, geen aanspraak kon maken op maatschappelijke opvang in de gemeente Arnhem. Bovendien was er informatie van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) dat verzoeker zich opnieuw op de VBL kon melden voor opvang. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen reden was voor het college om verzoeker maatschappelijke opvang te bieden, gezien de omstandigheden en de beschikbare voorzieningen op de VBL.