ECLI:NL:CRVB:2013:1773
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.C. Hoogendoorn
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de afwijzing van een WIA-uitkering en terugvordering van voorschotten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De appellant, die een WIA-uitkering aanvroeg, werd door het Uwv afgewezen omdat zijn arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op minder dan 35%. Daarnaast vorderde het Uwv onverschuldigd betaalde voorschotten terug. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek dat aan de besluitvorming ten grondslag lag niet onzorgvuldig was en dat de arbeidskundige grondslag van het besluit deugde. De appellant voerde in hoger beroep aan dat zijn beperkingen niet juist waren gewaardeerd en dat de geselecteerde functies niet passend waren. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid van de appellant. De medische informatie die door de appellant was overgelegd, bood geen nieuw inzicht. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv terecht de voorschotten had teruggevorderd, aangezien de appellant geen recht had op de uitkering. Er was geen sprake van dringende redenen om van terugvordering af te zien. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 6 september 2013.