ECLI:NL:CRVB:2013:1900
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand op basis van niet verstrekte gegevens en bewijsstukken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die sinds 10 maart 2008 bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), werd door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam verzocht om bepaalde gegevens en bewijsstukken te verstrekken in het kader van een onderzoek naar de rechtmatigheid van zijn bijstand. Appellant heeft echter niet alle gevraagde informatie kunnen aanleveren, wat leidde tot de opschorting van zijn bijstandsrecht per 21 juni 2011 en uiteindelijk tot de intrekking van zijn bijstand op 26 juli 2011.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de opschorting en intrekking van de bijstand terecht zijn geweest, omdat appellant niet tijdig de gevraagde gegevens had verstrekt. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om het recht op bijstand op te schorten en later in te trekken, en dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant niet verwijtbaar in verzuim was geweest.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig verstrekken van relevante gegevens in het kader van bijstandsverlening en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.