ECLI:NL:CRVB:2013:1960
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor laptop
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1980, bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een laptop en een televisie op basis van de Wet werk en bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat appellant geacht wordt duurzame gebruiksgoederen zelf te betalen door middel van reserveren, lenen of gespreide betaling. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat er voldoende alternatieven zijn voor een eigen computer met internetverbinding.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat een laptop noodzakelijk is voor communicatie met overheden, bedrijven en vrienden, en voor het vinden van werk. Hij stelt dat de alternatieven, zoals gebruik maken van computerfaciliteiten in openbare ruimten, niet adequaat zijn en dat de kosten van post en telefoon niet opwegen tegen de maandelijkse abonnementskosten van internet.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en is van oordeel dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat een laptop met internetverbinding noodzakelijk is. De Raad wijst erop dat appellant gebruik kan maken van computer- en internetfaciliteiten van publieke organisaties, zoals bibliotheken, en dat hij ook gebruik kan maken van faciliteiten van commerciële organisaties. De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand voor een laptop terecht is, en bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover deze is aangevochten. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.