ECLI:NL:CRVB:2013:2061
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op grond van onvoldoende bewijs van bijstandbehoevendheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van het dagelijks bestuur van de Sociale Dienst Walcheren. De appellant had op 18 augustus 2010 bijstand aangevraagd op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het dagelijks bestuur heeft de aanvraag echter niet in behandeling genomen en het verleende voorschot van € 50,- teruggevorderd, omdat zij van mening was dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant onvoldoende gegevens heeft verstrekt om zijn aanvraag te onderbouwen, ondanks herhaalde verzoeken om aanvullende informatie. De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur op grond van artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te laten. De appellant heeft niet kunnen aantonen dat hij niet in staat was om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien, en zijn activiteiten in de escortwereld werden als voldoende inkomen beschouwd. De rechtbank Middelburg had eerder de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.