ECLI:NL:CRVB:2013:2189
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand en buiten behandelingstelling aanvraag WWB
In deze zaak heeft appellante een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Purmerend heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat appellante niet alle gevraagde gegevens heeft verstrekt. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld in hoger beroep na een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De Raad heeft vastgesteld dat appellante vanaf 2004 bijstand ontving, maar dat zij in november 2010 naar Engeland was vertrokken zonder dit te melden aan het college. Dit leidde tot de intrekking van haar bijstand per 1 november 2010, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld door het ontbreken van verifieerbare gegevens over haar verblijf in het buitenland.
De Raad heeft verder overwogen dat appellante niet tijdig de gevraagde gegevens heeft overgelegd, zoals bankafschriften en een overzicht van haar verblijfadressen. Hierdoor was het college bevoegd om de aanvraag buiten behandeling te stellen. De Raad heeft geconcludeerd dat het college terecht heeft gehandeld en dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. De aangevallen uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 22 oktober 2013.