ECLI:NL:CRVB:2013:2338
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om hogere garantie-uitkering in verband met alimentatieplicht voor zoon
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 november 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die een verzoek had ingediend om een hogere garantie-uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Appellant, geboren in 1939 en erkend als burger-oorlogsslachtoffer, had in maart 2011 verzocht om een verhoging van zijn garantie-uitkering vanwege zijn alimentatieplicht voor zijn zoon, geboren in 1992. Dit verzoek werd door de Sociale verzekeringsbank afgewezen, met als argument dat de aan appellant toegekende garantie-uitkering al was berekend op het hoogst mogelijke percentage van 65, omdat hij samenwoonde met een vrouw.
De Raad overwoog dat de wetgeving geen ruimte biedt voor afwijkingen van dit percentage, en dat de persoonlijke omstandigheden van appellant, die na de besluitvorming waren gewijzigd, niet konden worden meegenomen in de beoordeling van het verzoek. De Raad concludeerde dat het bestreden besluit in stand bleef en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de Wubo en de beperkingen die deze wet oplegt aan de toekenning van uitkeringen aan samenwonende uitkeringsgerechtigden. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.