ECLI:NL:CRVB:2013:2474
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake nabetaling bijstandsuitkering en wettelijke rente
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht met betrekking tot de nabetaling van bijstand aan appellante, die door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht was ingetrokken. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 november 2013 uitspraak gedaan. De zaak betreft de berekening van de nabetaling van de bijstand en de wettelijke rente. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat het college bij de berekening van de nabetaling ten onrechte rekening had gehouden met een bruto bedrag inclusief vakantietoeslag, in plaats van het feitelijk ontvangen uitkeringsbedrag. De Raad oordeelde dat de herroeping van het intrekkingsbesluit van 17 december 2010 ook de grondslag aan het terugvorderingsbesluit van 28 januari 2011 ontvalt. De Raad heeft vastgesteld dat het college bij de berekening van de nabetaling rekening moet houden met het feitelijk ontvangen bedrag van € 2.030,04. De Raad heeft het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen over de hoogte van de nabetaling en de wettelijke rente. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.416,-. De uitspraak is gedaan door M. Hillen, in tegenwoordigheid van P.C. de Wit als griffier.