ECLI:NL:CRVB:2013:2787
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van bijstandsverplichtingen door het college van burgemeester en wethouders van Purmerend
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellante, die bijstand ontving, had een verzoek ingediend om kwijtschelding van een openstaande vordering van € 66.635,94. Dit verzoek werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Purmerend, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor kwijtschelding zoals vastgelegd in de beleidsregels van de gemeente. De Raad oordeelde dat het college in overeenstemming had gehandeld met het beleid inzake kwijtschelding, ondanks de argumenten van appellante dat de intrekking van haar bijstandsuitkering had geleid tot onaanvaardbare gevolgen voor haar aflossingsverplichtingen. De Raad stelde vast dat appellante niet gedurende 60 maanden aaneengesloten had voldaan aan haar betalingsverplichtingen, wat een vereiste was volgens de beleidsregels. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het college hadden moeten doen afwijken van het beleid. De uitspraak benadrukt de discretionaire bevoegdheid van het college in het terugvorderingsbeleid en de noodzaak voor debiteuren om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen.