ECLI:NL:CRVB:2013:2797
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering na verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, die sinds 1999 arbeidsongeschikt was door psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 10 november 2010, na verzekeringsgeneeskundige en arbeidskundige onderzoeken, besloten de uitkering per 11 januari 2011 in te trekken, omdat de arbeidsongeschiktheid van appellant zou zijn afgenomen tot minder dan 15%. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de beslissing van het Uwv bevestigd in haar uitspraak van 17 januari 2012.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat er onvoldoende psychisch onderzoek is verricht en dat zijn beperkingen zijn onderschat. Hij heeft gewezen op zijn ernstige psychische problematiek en de diagnose PTSS die recent door zijn psychiater is gesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest en dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) die voor appellant is vastgesteld, niet onjuist kan worden geacht. De Raad heeft vastgesteld dat de functies die aan de schatting ten grondslag zijn gelegd, medisch geschikt zijn voor appellant.
De Raad heeft de gronden van appellant in hoger beroep niet overtuigend geacht, vooral omdat de nieuwe informatie van de psychiater betrekking heeft op een periode na de datum in geding, 11 januari 2011. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor nader onderzoek naar de belastbaarheid van appellant op die datum. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.