ECLI:NL:CRVB:2013:798
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor kosten van geneesmiddelen Concerta of Medikinet CR
In deze zaak heeft appellante, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond, die haar beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Weert ongegrond had verklaard. Appellante had bijzondere bijstand aangevraagd voor de (meer)kosten van het geneesmiddel Concerta of Medikinet CR voor haar zoontje, die bekend is met ADHD. De zorgverzekeraar vergoedde deze kosten niet, en het college had de aanvraag afgewezen op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw), die als een passende en toereikende voorziening wordt beschouwd voor de kosten van geneesmiddelen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellante stelde dat het middel Ritalin, dat haar zoontje momenteel gebruikt, niet optimaal werkt en dat de medicatie niet regelmatig kan worden ingenomen, wat negatieve gevolgen heeft voor zijn concentratie en gedrag. De Raad oordeelde dat op grond van artikel 15 van de Wet werk en bijstand (WWB) geen recht op bijstand bestaat als er een voorliggende voorziening is die toereikend en passend is. De Zvw wordt als zodanig beschouwd, en de Raad concludeerde dat er geen zeer dringende redenen waren om van deze regel af te wijken.
De Raad bevestigde dat de situatie van appellante en haar zoontje kwetsbaar is, maar dat de aangevoerde omstandigheden niet als zeer dringende redenen konden worden aangemerkt. De verklaringen van Bureau Jeugdzorg, het Riagg en de huisarts bevestigden enkel de wenselijkheid van het middel, maar niet de acute noodzaak. Daarom werd het hoger beroep afgewezen en de eerdere uitspraak bevestigd. De uitspraak werd gedaan door M. Hillen, met T.A. Meijering als griffier, en vond plaats op 2 juli 2013.