ECLI:NL:CRVB:2013:976
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om kinderbijslag voor vreemdelingen zonder verblijfsvergunning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag om kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De appellante, geboren in 1976 in een Palestijns vluchtelingenkamp, kwam in 2006 naar Nederland met haar zoon, die in 2003 geboren is. De Svb had de aanvraag om kinderbijslag afgewezen op basis van het feit dat appellante geen verblijfsvergunning had en dus niet verzekerd was onder de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De rechtbank Groningen had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad overwoog dat de AKW niet voorziet in de minimumbehoeften van kinderen en dat er voldoende rechtvaardiging is voor het onderscheid naar nationaliteit in de wet. De Raad concludeerde dat de weigering van kinderbijslag aan appellante niet in strijd was met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), omdat de Staat in redelijkheid kon besluiten om de kinderbijslag te weigeren. De Hoge Raad had eerder in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat het onderscheid naar nationaliteit en verblijfsstatus legitiem was en dat de wetgever ruime beoordelingsvrijheid heeft op het gebied van sociale zekerheid.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellante niet rechtmatig in Nederland verbleef en daarom niet verzekerd was voor de AKW. De Raad concludeerde dat er geen positieve verplichtingen voortvloeien uit het EVRM voor vreemdelingen die niet rechtmatig verblijf houden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van ouders voor de opvoeding van hun kinderen en dat kinderbijslag niet bedoeld is als sociale voorziening om gezinnen boven het bestaansminimum te houden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken en wees het hoger beroep van appellante af.