ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3682
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- H.J. Dekker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op uitkering ingevolge de WAO na medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 4 juni 2010 vastgesteld dat appellante per 5 augustus 2010 geen recht meer had op een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard op 15 september 2010, onder verwijzing naar rapportages van bezwaarverzekeringsarts A. van den Broeke-Spieker en bezwaararbeidsdeskundige R. Stroband.
De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het Uwv voldoende diepgaand en zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de bevindingen van de (bezwaar)verzekeringsarts niet onjuist zijn. Appellante heeft in hoger beroep haar standpunt herhaald dat zij vanwege psychische problemen meer beperkt is dan door het Uwv is aangenomen. De rechtbank heeft echter geen aanleiding gezien om een medisch deskundige in te schakelen en heeft de rapportages van de arbeidsdeskundige en bezwaararbeidsdeskundige als voldoende gemotiveerd beschouwd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de gronden van appellante in hoger beroep afdoende besproken en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om de aangevallen uitspraak te vernietigen. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen rekening hebben gehouden met de persoonlijkheidsproblematiek van appellante en dat er geen nieuwe medische feiten zijn gepresenteerd die de beoordeling zouden kunnen veranderen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.