ECLI:NL:CRVB:2013:BZ6441
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering om terug te komen van de intrekking van de WAJONG-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om de WAJONG-uitkering van appellant in te trekken. De intrekking vond plaats op 5 oktober 2005, omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor de uitkering. Appellant heeft in de loop der jaren verschillende keren bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv heeft deze bezwaren steeds ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant nieuwe medische stukken overgelegd, waaronder een diagnose van ADD, en betoogd dat deze nieuwe feiten aanleiding geven om het eerdere besluit te herzien.
De Raad heeft echter geoordeeld dat de door appellant aangedragen nieuwe feiten niet als zodanig kunnen worden aangemerkt. De diagnose ADD werd niet langer als geldig beschouwd en was al eerder in de bezwaarprocedure aan de orde geweest. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard, onderschreven. De rechtbank had vastgesteld dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die de eerdere beslissing van het Uwv konden ondermijnen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd.
De uitspraak is gedaan door C.W.J. Schoor, met G.J. van Gendt als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 5 april 2013. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen.