ECLI:NL:CRVB:2013:BZ6445
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- G.J. Govaers
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op WIA-uitkering en medische beperkingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 september 2011, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had in een besluit van 17 november 2010 vastgesteld dat appellant per 25 mei 2010 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank oordeelde dat zowel de medische als de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit voldoende deugdelijk was.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het bestreden besluit berust op de juiste voor hem geldende beperkingen van medische aard. Hij betoogde dat onvoldoende rekening is gehouden met de samenhang van zijn beperkingen, waaronder COPD, prikkelbare darmsyndroom, slaap-apneu en obesitas, die volgens hem zouden moeten leiden tot een urenbeperking van 20 uur per week. Tevens herhaalde hij zijn verzoek om een expertise door een psychiater.
De Centrale Raad van Beroep heeft de beroepsgronden van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank deze op juiste wijze heeft weergegeven en gemotiveerd waarom ze niet slagen. De Raad stelt zich volledig achter de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak. De verklaring van de psychiater, gedateerd 18 oktober 2011, bevatte geen nieuwe medische informatie die het oordeel van de rechtbank zou kunnen veranderen. De Raad oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.