ECLI:NL:CRVB:2013:BZ6710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Leeuwarden. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R.W.C. Vranken, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf. Het college had de bijstand van appellant met ingang van 1 mei 2006 ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand over de periode van 1 januari 2002 tot en met 30 april 2006 teruggevorderd. Het bezwaar van appellant tegen deze beslissing werd door het college niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
De Raad heeft vastgesteld dat het college het besluit van 6 september 2006 op de juiste wijze heeft bekendgemaakt, namelijk door verzending naar het laatste bekende adres van appellant. Appellant had weliswaar aangegeven dat hij zijn woning op dat adres had opgezegd, maar hij had geen nieuw adres doorgegeven aan de gemeente. Hierdoor was de termijn voor het indienen van bezwaar, die op 7 september 2006 begon, ruimschoots verstreken op het moment dat appellant zijn bezwaar indiende op 4 oktober 2011.
De Raad concludeert dat het college terecht het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen aanknopingspunten waren voor de stelling dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. De uitspraak van de rechtbank Leeuwarden werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 9 april 2013.