ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7037
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- G.F. Walgemoed
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van strafontslag wegens bedreiging van bedrijfsarts en teamleider
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, werkzaam bij de gemeente Rotterdam, was sinds 1 februari 2002 in dienst en had te maken met een disciplinaire maatregel in de vorm van strafontslag. Dit ontslag was gebaseerd op een incident waarbij de appellant de bedrijfsarts en de teamleider had bedreigd. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had op 20 april 2010 besloten tot dit ontslag, na een ongegrondverklaring van het bezwaar tegen dit besluit op 8 oktober 2010.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de appellant niet kon aantonen dat het verweten plichtsverzuim niet toerekenbaar was. Ondanks dat de appellant had aangevoerd dat hij niet de intentie had om te bedreigen, concludeerde de Raad dat het psychologisch onderzoek dat was uitgevoerd, aangaf dat het gedrag van de appellant toerekenbaar was. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de disciplinaire straf op te leggen, gezien de ernst van de verweten gedragingen.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het onderzoek dat door het college was uitgevoerd. De verklaringen van de bedrijfsarts en de teamleider werden als betrouwbaar beschouwd, en de Raad vond geen reden om aan de conclusies van het college te twijfelen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en de Raad concludeerde dat de opgelegde straf niet onevenredig was in verhouding tot de ernst van de gedragingen van de appellant.