ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7131
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing WAO-aanvraag wegens niet ingediende informatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 28 juli 2011. De appellant, woonachtig in Marokko, had een aanvraag ingediend voor een WAO-uitkering, maar deze was buiten behandeling gesteld door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) omdat hij de gevraagde informatie niet had ingediend binnen de gestelde termijn. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarop de appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 1 maart 2013 was de appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. H.B. Heij. De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar de feiten en omstandigheden zoals beschreven in de aangevallen uitspraak. De appellant voerde in hoger beroep aan dat hij in Nederland had gewerkt, ziek was geworden en recht had op een WAO-uitkering. Hij verzocht de Raad om het bestreden besluit te vernietigen en zijn aanvraag in behandeling te nemen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht het beroep ongegrond had verklaard. De appellant had in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd en had ook de door het Uwv gevraagde informatie niet overgelegd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 april 2013.