Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die zijn beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk ongegrond verklaarde. Appellant had op 2 december 2008 een aanvraag om bijstand ingediend, welke hem met terugwerkende kracht vanaf die datum was toegekend. Echter, op 14 juli 2011 verzocht hij om bijstand over de periode van mei 2007 tot december 2008, wat door het college werd afgewezen. Het college stelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een terugwerkende kracht rechtvaardigden, aangezien appellant zelf pas op 2 december 2008 een aanvraag had ingediend.
De rechtbank bevestigde het standpunt van het college, waarop appellant in hoger beroep ging. Hij voerde aan dat zijn e-mailbericht van 23 april 2007 als een aanvraag om bijstand had moeten worden opgevat. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat dit e-mailbericht niet als een aanvraag kon worden beschouwd, omdat het geen schriftelijk verzoek aan het college bevatte en gericht was aan Randstad Rentree.
De Raad benadrukte dat volgens de geldende rechtspraak geen bijstand wordt verleend over een periode voorafgaand aan de datum van aanvraag, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn. Appellant kon niet aantonen dat er dergelijke omstandigheden waren, en zijn argumenten over onzorgvuldigheid van het college werden niet geaccepteerd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af, met de conclusie dat appellant zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van zijn aanvraag.