Uitspraak
OVERWEGINGEN
verkoop(opbrengst)van twee percelen van belang en niet het destijds verzwegen
bezitvan vier percelen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De zaak betreft de intrekking van bijstand aan appellante, die niet de gevraagde gegevens heeft ingeleverd binnen de gestelde termijn. Appellante ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) en had van 1 november 2001 tot en met 31 maart 2005 en vanaf 16 oktober 2006 bijstand ontvangen. Naar aanleiding van een tip over onroerend goed in Suriname, heeft het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand. Hieruit bleek dat appellante vier percelen grond in Suriname bezat, met een totale waarde van € 60.000,-. Het college heeft de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, omdat het vermogen de vermogensgrens overschreed.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het college, maar deze zijn ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 4 februari 2014 is appellante niet verschenen, terwijl het college zich liet vertegenwoordigen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet de gevraagde gegevens heeft overgelegd, ondanks herhaalde verzoeken van het college. De Raad oordeelt dat de beroepsgrond van appellante, dat zij de verkoop van de percelen niet hoefde door te geven, niet opgaat, omdat het college recht had op de gevraagde informatie om het recht op bijstand te kunnen beoordelen.
De Raad heeft ook geoordeeld dat de intrekking van de bijstand niet in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, omdat de intrekking voortkwam uit het niet inleveren van de gevraagde gegevens en niet uit de aanwezigheid van vermogen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep van appellante ongegrond. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.