Uitspraak
5 december 2013, 13/5498
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 december 2013. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 april 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 13/6557 AOW. De procedure betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, omdat appellante het verschuldigde griffierecht van € 118,- niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een vereiste voor de ontvankelijkheid van het beroep. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te voldoen, maar heeft dit nagelaten. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen omstandigheden zijn die het verzuim van appellante kunnen rechtvaardigen. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, met M.M. Spaans als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en appellante kan binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak verzet aantekenen.