ECLI:NL:CRVB:2014:141
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toegang tot maatschappelijke opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekster
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een uitgeprocedeerde asielzoekster van Soedanese nationaliteit, die een aanvraag voor opvang heeft ingediend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag werd ingediend omdat zij per 1 augustus 2012 de opvang bij Stichting VluchtBed Breda moest verlaten en geen andere opvang had. Het college van burgemeester en wethouders van Breda heeft de aanvraag afgewezen, omdat er geen bijzondere (medische) omstandigheden waren die de toewijzing van de aanvraag rechtvaardigden. De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en het beroep tegen de weigering om tijdig te beslissen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag terecht was afgewezen, omdat appellante niet als kwetsbaar persoon kon worden aangemerkt volgens artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM).
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank haar kwetsbaarheid heeft miskend en dat zij niet kan worden verplicht om gebruik te maken van de voorzieningen in een vrijheidsbeperkende locatie (VBL). Het college heeft in hoger beroep gesteld dat appellante haar standpunt niet met bewijs heeft onderbouwd. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellante, gezien haar verblijfsstatus, geen aanspraak kan maken op maatschappelijke opvang in de gemeente Breda. De Raad oordeelt dat, wanneer er voorzieningen in een VBL beschikbaar zijn, de weigering van de gemeente om maatschappelijke opvang te bieden, niet in strijd is met de belangen van de betrokkene.
De Raad concludeert dat appellante zich moet melden bij de Dienst Terugkeer & Vertrek om gebruik te maken van de beschikbare voorzieningen. Het feit dat appellante niet wil meewerken aan haar terugkeer kan niet als een noodzaak worden aangemerkt die de gemeente verplicht om haar maatschappelijke opvang te bieden. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het hoger beroep af.