ECLI:NL:CRVB:2014:1524

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 mei 2014
Publicatiedatum
6 mei 2014
Zaaknummer
13-4768 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.F. Bandringa
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening en terugvordering van bijstand in het kader van de Wet werk en bijstand

In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Appellante ontving tot 30 mei 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand. Het college heeft op 6 juni 2011 en 23 oktober 2011 besluiten genomen tot herziening van de bijstand over verschillende maanden, waarbij in totaal een bedrag van € 1.478,98 teruggevorderd werd. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen een brief van het college van 10 december 2012, waarin zij werd geïnformeerd over de terugvorderingen. Het college verklaarde dit bezwaar op 23 januari 2013 niet-ontvankelijk, omdat de brief volgens hen geen besluit was in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de brief van 10 december 2012 wel degelijk een besluit is, omdat zij hierdoor voor het eerst op de hoogte werd gesteld van de terugvorderingsbedragen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de brief niet op rechtsgevolg is gericht. De Raad benadrukt dat de besluiten van 6 juni 2011 en 23 oktober 2011 wel degelijk rechtsgevolgen hebben, ook al zijn deze mogelijk niet op de juiste wijze bekendgemaakt. De Raad concludeert dat het college het bezwaar tegen de brief terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

13/4768 WWB
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 19 juli 2013, 13/1101 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. D. van der Wal, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 maart 2014. Namens appellante is
mr. E.E. Dirks, advocaat en kantoorgenoot van mr. Van der Wal, verschenen. Het college heeft zich, met bericht, niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

1.
De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellante ontving tot 30 mei 2011 bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand.
1.2.
Bij besluit van 6 juni 2011 heeft het college, voor zover hier van belang, de bijstand van appellante herzien over de maanden februari 2011 en april 2011 en van appellante een bedrag van € 204,24 teruggevorderd.
1.3.
Bij besluit van 23 oktober 2011 heeft het college de bijstand van appellante herzien over de periode van 5 oktober 2010 tot en met 30 november 2010 en van appellante een bedrag van € 1.274,74 teruggevorderd.
1.4.
Bij brief van 10 december 2012 heeft het college, voor zover hier van belang, aan appellante een overzicht gegeven van de wederzijdse verplichtingen ten aanzien van terugvorderingen van teveel ontvangen bijstand. Aan appellante is meegedeeld dat zij in totaal een bedrag van € 1.419,70 dient te betalen. De vorderingen betreffen het bedrag van
€ 204,24 met een restbedrag van € 144,96 omdat reeds een deel is afgelost en het bedrag van € 1.274,74. Appellante heeft daartegen op 14 januari 2013 bezwaar gemaakt.
1.5.
Bij besluit van 23 januari 2013 (bestreden besluit) heeft het college dat bezwaar
niet-ontvankelijk verklaard op de grond dat de brief geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank geoordeeld dat de brief van 10 december 2012 niet op rechtsgevolg is gericht.
3.
Appellante heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd. Zij betoogt net als in beroep dat de brief wel een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Appellante is door middel van de brief voor het eerst bekend geworden met de terugvorderingsbedragen, waardoor het rechtsgevolg van de terugvorderingen pas met deze brief is ingetreden. Voor zover de bedragen die van appellante worden teruggevorderd reeds genoemd waren in aparte besluiten, zijn deze besluiten nooit rechtsgeldig aan appellante bekend gemaakt en dus niet in werking getreden.
4.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Hetgeen appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, geeft geen aanleiding om het oordeel van de rechtbank over de brief en de daaraan ten grondslag gelegde overwegingen voor onjuist te houden. De Raad voegt daaraan toe dat de enkele omstandigheid dat de in 1.2 en 1.3 vermelde besluiten van 6 juni 2011 en 23 oktober 2011 niet op de voorgeschreven wijze zijn bekendgemaakt, wat daarvan ook zij, ertoe leidt dat de bezwaartermijn pas aanvangt op de dag waarop de belanghebbende of zijn gemachtigde kennis neemt van deze besluiten. Dit laat echter onverlet dat de besluiten van 6 juni 2011 en 23 oktober 2011 gericht zijn op rechtsgevolg en de brief van 10 december 2012 slechts van informatieve aard is. Dit betekent dat het college bij het bestreden besluit het bezwaar tegen de brief terecht
niet-ontvankelijk heeft verklaard.
4.2.
Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.
5.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.F. Bandringa, in tegenwoordigheid van S.K. Dekker als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2014.
(getekend) J.F. Bandringa
(getekend) S.K. Dekker

HD