ECLI:NL:CRVB:2014:1527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandartskosten op grond van onvoldoende verzekering
In deze zaak heeft appellant op 23 december 2011 bijzondere bijstand aangevraagd voor tandheelkundige behandelingen. Hij beschikte over een basisverzekering en een aanvullende verzekering bij AnderZorg. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de aanvraag op 25 januari 2012 afgewezen, omdat appellant zich onvoldoende aanvullend had verzekerd tegen ziektekosten. Dit besluit is gebaseerd op de Wet werk en bijstand (WWB). Het college verklaarde het bezwaar tegen deze afwijzing ongegrond in een besluit van 26 maart 2012, waarbij het stelde dat de Zorgverzekeringswet en het Besluit Zorgverzekering voor tandartskosten als een voorliggende voorziening worden beschouwd, waardoor bijstandsverlening voor tandartskosten niet mogelijk is.
De rechtbank Amsterdam heeft in de aangevallen uitspraak van 15 november 2012 het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij tijdens zijn opleiding tot medewerker formulierenbrigade door een docent, die ook werkzaam is bij de gemeente Amsterdam, de toezegging heeft gekregen dat bijzondere bijstand voor tandartskosten zou worden verstrekt bij medisch noodzakelijke kosten die niet door de verzekering worden gedekt. Appellant meent dat hij op basis van deze toezegging recht heeft op de gevraagde bijstand.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een beroep op het vertrouwensbeginsel alleen kan slagen als er sprake is van uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezeggingen van een bevoegde functionaris. De mondelinge uitlating van de docent, gedaan in het kader van een opleiding, wordt niet beschouwd als een toezegging van een tot beslissen bevoegde ambtenaar. De Raad concludeert dat niet is voldaan aan de eisen voor het slagen van het beroep op het vertrouwensbeginsel, waardoor het hoger beroep niet slaagt en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.