Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
NW
BESCHEID
T. Hemelrijk-van den Oudenalder als Protokollführer. Die Entscheidung wurde in der Öffentlichtkeit am 23 Mai 2014 verkündet.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in Marokko woont. Het hoger beroep was gericht tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 30 december 2013. Appellant had hoger beroep ingesteld, maar had verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 118,- tijdig te betalen. De Raad had appellant in februari en maart 2014 herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks deze herinneringen heeft appellant het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant redelijkerwijs niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek noodzakelijk was. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.