In deze zaak heeft appellante, die als groepsleidster werkte, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank Maastricht met betrekking tot haar recht op een WIA-uitkering. Appellante was betrokken bij een verkeersongeval op 12 januari 2006, wat leidde tot whiplashklachten en arbeidsongeschiktheid. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat appellante met ingang van 14 januari 2008 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en haar aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep.
Tijdens de zittingen zijn verschillende deskundigen geraadpleegd, waaronder psychiater A.L. Sutterland, die de diagnoses van appellante bevestigde en de beperkingen die zij ondervond in kaart bracht. De bezwaarverzekeringsarts heeft de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aangepast op basis van de bevindingen van de deskundige. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig en consistent was uitgevoerd en dat de FML van het Uwv terecht was vastgesteld.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit van het Uwv, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat de arbeidsongeschiktheid van appellante correct was vastgesteld op minder dan 35%. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan appellante. Het hoger beroep tegen de tweede aangevallen uitspraak werd afgewezen, omdat er geen toename van beperkingen was vastgesteld ten opzichte van de eerdere beoordeling.