ECLI:NL:CRVB:2014:184

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 januari 2014
Publicatiedatum
27 januari 2014
Zaaknummer
12-5547 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Rechters
  • J.W. Schuttel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen het Uwv na intrekking van het beroep

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld door mr. M.H.G. in de Braekt namens appellant, die het beroep had ingetrokken nadat het Uwv op 3 oktober 2013 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen, waarbij het Uwv geheel tegemoet was gekomen aan de bezwaren van appellant. Appellant verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten, aangezien het Uwv geen verweerschrift had ingediend en het onderzoek ter zitting achterwege was gelaten met toestemming van beide partijen.

De Raad overwoog dat op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. De Raad oordeelde dat het Uwv in dit geval in de kosten van appellant moest worden veroordeeld, die redelijkerwijs zijn gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep. De proceskosten werden begroot op € 1.948,- voor de reguliere kosten en daarnaast werd een vordering van € 5.123,98 voor ingebrachte expertise van dr. Drs. L.E.E. Ligthart en dr. A.J.W.M. Trompenaars, alsook € 568,94 voor expertise van S. Groeneveld, toegewezen.

De uiteindelijke beslissing van de Centrale Raad van Beroep was dat het Uwv werd veroordeeld tot een totaalbedrag van € 7.640,92 aan proceskosten. Deze uitspraak werd gedaan door J.W. Schuttel, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 januari 2014
12/5547 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van
de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank
's-Hertogenbosch van 4 september 2012, 12/813 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats](appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. M.H.G. in de Braekt hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft op 3 oktober 2013 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Appellant heeft het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellant is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 3 oktober 2013 geheel aan de bezwaren is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 487,- in bezwaar, € 974,- in beroep en € 487,- in hoger beroep, in totaal € 1.948,-.
Met betrekking tot de vordering van de kosten van € 5.123,98 in verband met de ingebrachte expertise van dr. Drs. L.E.E. Ligthart, klinisch psycholoog en dr. A.J.W.M. Trompenaars, psychiater, is de Raad van oordeel dat deze vordering voor toewijzing in aanmerking komt. Ook de vordering van in totaal € 568,94 in verband met de ingebrachte expertise van
S. Groeneveld, medisch adviseur/verzekeringsarts komt voor vergoeding in aanmerking.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellant tot een bedrag van € 7.640,92.
Deze uitspraak is gedaan door J.W. Schuttel, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2014.
(getekend) J.W. Schuttel
(getekend) K.R. van Renswoude
GdJ