Uitspraak
OVERWEGINGEN
1.4. Bij besluit van 24 oktober 2012 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van appellante tegen het besluit van 2 augustus 2012 ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft zich in hoger beroep op de hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4.2. Ingevolge artikel 40, derde lid, van de WWB schort het college het recht op bijstand op indien bij de beoordeling van het recht op bijstand blijkt dat het door een belanghebbende verstrekte adres van hemzelf, van zijn echtgenoot of van een kind afwijkt van het adres waaronder de betrokkene in de GBA staat ingeschreven. Artikel 40, vierde lid, van de WWB bepaalt dat geen opschorting plaatsvindt indien (a) de afwijking redelijkerwijs geen gevolgen kan hebben voor het recht op of de hoogte van bijstand, (b) de belanghebbende van de afwijking redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt of (c) daarvoor naar het oordeel van het college dringende redenen aanwezig zijn.