ECLI:NL:CRVB:2014:2312
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de afwijzing van een aanvraag tot erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en terugwerkende kracht van toeslag
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 3 juli 2014, wordt de afwijzing van een aanvraag tot erkenning als burger-oorlogsslachtoffer door de Pensioen- en Uitkeringsraad (verweerder) heroverwogen. Appellante, geboren in 1939 in het voormalige Nederlands-Indië, had eerder aanvragen ingediend voor erkenning op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De Raad stelt vast dat de eerdere afwijzingen niet voldoende zijn onderbouwd, met name de afwijzing van mei 2010. De Raad is van mening dat de medische oordelen van de artsen niet overtuigend zijn en dat er mogelijk taalproblemen zijn geweest die het onderzoek hebben beïnvloed. De Raad concludeert dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom geen terugwerkende kracht is verleend aan de toegekende toeslag. De Raad draagt verweerder op om binnen zes weken de gebreken in het besluit van 24 december 2012 te herstellen, conform de overwegingen in deze uitspraak.