ECLI:NL:CRVB:2014:3034
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- M. Hillen
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Onterecht niet in behandeling nemen aanvraag bijzondere bijstand wegens ontbrekende bewijsstukken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de aanvraag van betrokkenen voor bijzondere bijstand voor kosten van rechtsbijstand, die door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam niet in behandeling is genomen. Appellant, het college, stelde dat betrokkenen de benodigde bewijsstukken niet hadden aangeleverd, terwijl betrokkenen aanvoerden dat zij deze stukken per fax hadden verzonden naar het UWV Werkbedrijf. De rechtbank oordeelde dat het UWV Werkbedrijf de fax had ontvangen, maar deze niet had doorgestuurd naar het college, wat niet aan betrokkenen kon worden verweten. De rechtbank verklaarde het beroep van betrokkenen gegrond en vernietigde het besluit van het college.
In hoger beroep voerde het college aan dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de aanvraag niet buiten behandeling had mogen worden gesteld. Het college betoogde dat de gemachtigde van betrokkenen niet de juiste procedure had gevolgd en dat de gevolgen van het gebruik van de fax voor rekening van betrokkenen moesten komen. De Raad overwoog dat de doorzendverplichting van het UWV Werkbedrijf naar het college niet was nageleefd, en dat het college niet had aangetoond dat de fax met de benodigde gegevens niet was ontvangen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college de aanvraag opnieuw in behandeling moest nemen, waarbij het betrokkenen de gelegenheid moest bieden om de benodigde stukken alsnog in te dienen.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuursorganen in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, met name de verplichting om ontvangen stukken door te zenden naar het bevoegde orgaan. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van het college niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.