ECLI:NL:CRVB:2014:3652
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WGA-uitkering van appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Appellant had in hoger beroep geen nieuwe gronden ingediend die zich richtten tegen de arbeidskundige component van de schatting. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en bevestigd dat de medische beperkingen van appellant correct waren vastgesteld op basis van verzekeringsgeneeskundig onderzoek. De Raad oordeelde dat er geen objectieve medische gegevens waren ingediend die de stelling van appellant ondersteunden dat hij verdergaand beperkt was dan aangenomen door het Uwv. De WSW-indicaties die appellant had overgelegd, gaven de Raad geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet kon slagen en bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.