Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het besluit van 9 mei 2012 en bepaalt dat de schorsing tot uitbetaling van de
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de schorsing en opheffing van de WAO-uitkering van appellant, die sinds 23 oktober 1997 een uitkering ontvangt. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. Appellant had zijn uitkering geschorst gekregen omdat hij niet had gemeld dat hij was geëmigreerd. De Raad oordeelt dat het besluit van het Uwv om de uitkering te schorsen niet correct was, omdat appellant op 3 april 2012 zijn verblijfplaats had gemeld. De Raad stelt vast dat de schorsing van de uitkering per 1 juli 2011 onterecht was en dat appellant recht had op uitbetaling van zijn WAO-uitkering. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en het bestreden besluit, herroept het besluit van 9 mei 2012 en bepaalt dat de uitkering per 1 juli 2011 moet worden hervat. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 2.435,- bedragen. De uitspraak is gedaan door H. van Leeuwen, in tegenwoordigheid van J. van Ravenstein als griffier, en is openbaar uitgesproken op 1 december 2014.