ECLI:NL:CRVB:2014:4433
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de weigering van een WIA-uitkering en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat de functionele mogelijkheden van appellant correct waren vastgesteld. Appellant stelde dat hij ernstiger beperkt was dan het Uwv had aangenomen en dat de functies die voor de schatting waren gebruikt niet overeenkwamen met zijn beperkingen. Hij voegde een rapport van zijn bedrijfsarts Hylkema toe ter ondersteuning van zijn standpunt, waarin aanvullende beperkingen werden voorgesteld.
De Centrale Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. De Raad bevestigde dat de functionele mogelijkheden van appellant correct waren vastgesteld, mede op basis van een aangepast rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De Raad concludeerde dat het rapport van de bedrijfsarts geen nieuwe aanknopingspunten bood om het standpunt van het Uwv te herzien. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep had overtuigend uiteengezet dat de belasting in de geselecteerde functies niet boven de mogelijkheden van appellant uitging. Zelfs als de aanpassingen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van de bedrijfsarts zouden worden gevolgd, zou appellant nog steeds minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door D.J. van der Vos, in tegenwoordigheid van griffier K. de Jong, en werd openbaar uitgesproken op 21 november 2014.