ECLI:NL:CRVB:2014:446
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 februari 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 augustus 2013. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat appellant niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 118,- heeft betaald. Appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht te voldoen, maar heeft dit niet binnen de gestelde termijnen gedaan. De Raad heeft geconcludeerd dat op basis van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft voorts overwogen dat het beroep ook niet-ontvankelijk verklaard zou kunnen worden omdat het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn was ingediend. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift.